Hoge bomen staan in ’t bos,
Dikke stammen hebben zij
En wij hakken er op los.
Zie, hoe vlijtig werken wij,
Hakken, hakken, hakken ’t hout,
Hakken bomen in het woud.
Kijk de boom begint te beven,
Nog een bijlslag,
Nog eens even.
En dan binden wij het touw
Om de dikke stam en gauw
Trekken wij en trekken, sjorren,
Nog eens even, zonder morren.
Hei en ho en krak en BOM
Valt de grote reus nu om.
Hermien IJzerman-van Bemmelen
Houthakkers