Daar dansen, daar draven,
daar stappen, daar springen de paarden.
Daar zwiepen, daar zwaaien
daar krullen, daar knallen de zwepen.
Daar brullen, daar bijten,
daar brommen, daar grommen de leeuwen.
Daar grauwen, daar snauwen,
daar springen, daar sluipen de tijgers.
Daar hangen, daar vangen,
daar zwaaien, daar zwenken, de mannen.
Daar eten, daar drinken,
daar stoeien, daar knoeien de apen.
Daar duikelen, daar buitelen,
daar grappen, daar snappen de clowns.
Daar kijken, daar klappen,
daar lachen, daar praten de mensen.
Daar tetteren, daar schetteren,
daar toeteren, daar trommelen muzikanten.
Zo geeft en zo leeft
zo werkt en zo trekt het circus.
M.C.S. Poldermans
Het circus