
Geel en goud
Geel en goud
Glanst het najaar
Door het woud.
2
Gouden zomen
Aan de bomen
Waar is dat goud
Vandaan gekomen?
3
Is ’t de zegen
Van de regen
Die het strooit langs
Veld en wegen?
4
Is ’t de wind,
Die wilde vrind,
Die het in de wolken vindt?
5
Kindekijn
Die kleuren fijn
Zijn uit louter
Zonneschijn!
6
Blad en steel
Goud en geel
Verft hij met zijn
Lichtpenseel.
7
Goud ontspruit
Uit boom en kruid
’t Zonlicht straalt ze
d’ Ogen uit.
8
Alle bladen
Langs de paden
Weven zelf hun
Goudgewaden.
9
Kindekijn
In ’t harte rein
Weef ook goud
Uit zonneschijn!
Daniël Udo de Haes
Geel en Goud
Liedje uit een herfstspelletje in Zonnegeheimen IV
