Een tere, warme zonnestraal
Kwam hier beneden aan.
En zag een kleine bloemeknop
Nog dichtgevouwen staan.
De tere, warme zonnestraal
Scheen nu nog eens zo fel.
En dacht: als ik maar schijn en schijn,
Dan opent het knopje zich wel.
En toen nu de warme zonnestraal
Het knopje maar aldoor bescheen,
Toen gingen de blaadjes als vanzelf,
Heel langzaam, heel langzaam vaneen.
Daar binnen zag de zonnestraal
Een hartje van stralend goud.
"Dat komt", sprak ’t kleine bloemetje,
Omdat ik zoveel van je houd!"
M. M.-P. V.
Een tere, warme zonnestraal