Wie staat daar zo weggekropen
tussen stam en struikgewas,
met een keepje zonder knopen
om zich heen, zo groen als gras?
’t Is de spar en al zijn naalden
trekt hij om zijn twijgjes heen,
Wàt ook uit de hemel daalde,
altijd groen blijft hij alleen!
Froukje Hardam-van Omme
De spar
Trochaeus en Dactylus