Tjoek-joek-joek patrijs,
je brengt me van de wijs...
Snorrend met je vleugelslag,
lopend als ik nooit nog zag;
word je mij gewaar,
denk je aan gevaar,
hurk je plat tegen de grond,
ben je doodsbenauwd terstond.
’k Vind je juist zo mooi
met je rosse vedertooi
Froukje Hardam-van Omme
De patrijs