De boom die stond in 't aardrijk,
En bloeide zo schoon.

En aan die boom daar kwam een tak,
O, zo'n overschone tak!
De tak aan de boom,
En de boom, die stond in 't aardrijk,
En bloeide zo schoon.

En aan die tak, daar kwam een twijg,
O, zo'n overschone twijg!
En de twijg aan de tak,
En de tak aan den boom,
En de boom, die stond in 't aardrijk,
En bloeide zo schoon.

En aan die twijg daar kwam een knop
O, zo'n overschone knop!
En de knop aan de twijg,
En de twijg aan de tak,
En de tak aan den boom,
En de boom die stond in 't aardrijk,
En bloeide zo schoon.

En van die knop daar kwam een blad
O, zo'n overschonen blad!
En het blad van de knop,
En de knop aan de twijg,
En de twijg aan de tak,
En de tak aan den boom,
En de boom, die stond in 't aardrijk,
En bloeide zo schoon.

En aan dat blad daar kwam een nest,
O, zo'n overschonen nest!
En het nest aan het blad,
En het blad van de knop,
En de knop aan de twijg,
En de twijg aan de tak,
En de tak aan den boom,
En de boom, die stond in 't aardrijk,
En bloeide zo schoon.

En in dat nest, daar kwam een ei,
O, zo'n overschonen ei!
En het ei in het nest,
En het nest aan het blad,
En het blad van de knop,
En de knop aan de twijg,
En de twijg aan de tak,
En de tak aan den boom,
En de boom, die stond in 't aardrijk,
En bloeide zo schoon.

En van dat ei, daar kwam een jong,
O, zo'n overschonen jong!
En het jong van het ei,
En het ei in het nest,
En het nest aan het blad,
En het blad van de knop,
En de knop aan de twijg,
En de twijg aan de tak,
En de tak aan den boom,
En de boom, die stond in 't aardrijk,
En bloeide zo schoon.

En van dat jong, daar kwam een oud,
O, zo'n overschonen oud!
En het oud van het jong,
En het jong van het ei,
En het ei in het nest,
En het nest aan het blad,
En het blad van de knop,
En de knop aan de twijg,
En de twijg aan de tak,
En de tak aan den boom,
En de boom, die stond in 't aardrijk,
En bloeide zo schoon.

En van dat oud daar kwam een veêr,
O, zo'n overschone veêr!
En de veêr van het oud,
En het oud van het jong,
En het jong van het ei,
En het ei in het nest,
En het nest aan het blad,
En het blad van de knop,
En de knop aan de twijg,
En de twijg aan de tak,
En de tak aan den boom,
En de boom, die stond in 't aardrijk,
En bloeide zo schoon.

En van die veêr, daar kwam een bed,
O, zo'n overschonen bed!
En het bed van de veêr,
En de veêr van het oud,
En het oud van het jong,
En het jong van het ei,
En het ei in het nest,
En het nest aan het blad,
En het blad van de knop,
En de knop aan de twijg,
En de twijg aan de tak,
En de tak aan den boom,
En de boom, die stond in 't aardrijk,
En bloeide zo schoon.

En op dat bed daar kwam een vrouw,
O, zo'n overschonen vrouw!
En de vrouw op het bed,
En het bed van de veêr,
En de veêr van het oud,
En het oud van het jong,
En het jong van het ei,
En het ei in het nest,
En het nest aan het blad,
En het blad van de knop,
En de knop aan de twijg,
En de twijg aan de tak,
En de tak aan den boom,
En de boom, die stond in 't aardrijk,
En bloeide zo schoon.

En van die vrouw, daar kwam een kind,
O, zo'n overschonen kind!
En het kind van de vrouw,
En de vrouw op het bed,
En het bed van de veêr,
En de veêr van het oud,
En het oud van het jong,
En het jong van het ei,
En het ei in het nest,
En het nest aan het blad,
En het blad van de knop,
En de knop aan de twijg,
En de twijg aan de tak,
En de tak aan den boom,
En de boom, die stond in 't aardrijk,
En bloeide zo schoon.

En van dat kind kwam een student,
O, zo'n overschoon student! -
En daarmeê is het lied ten end,
O, zo'n overschonen end! -
En het end van het lied,
En het lied van den boom,
En de boom, die stond in 't aardrijk,
en bloeide zo schoon.

Traditioneel
Het lied van de boom

Stapelrijm

Voor achtergronden en toepassing van stapelrijmen, zie de toelichting in Tineke's DoeHoek:

Het stapelrijm - rust door ritme
 

delen op Facebookdelen via Twitterdoorsturen per mail